NBG-vertaling 1951

1 Koningen 14:27-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. Toen maakte koning Rechabeam in plaats daarvan koperen schilden, welke hij toevertrouwde aan de oversten der garde, die wacht hield aan de ingang van het koninklijk paleis.

28. Zo dikwijls de koning naar het huis des Heren ging, haalden de soldaten der garde ze, en brachten ze weer naar de kamer der garde terug.

29. Het overige van de geschiedenis van Rechabeam en alles wat hij gedaan heeft, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Juda?

30. Er was voortdurend oorlog tussen Rechabeam en Jerobeam.

31. Rechabeam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in de stad van David. Zijn moeder heette Naäma; zij was een Ammonitische. Zijn zoon Abiam werd koning in zijn plaats.