Het Boek

Zacharia 1:5-8 Het Boek (HTB)

5. Wat is er van uw voorouders en hun profeten geworden?

6. Maar mijn woord houdt eeuwig stand! De woorden die Ik door mijn profeten liet verkondigen, hebben uw voorouders ten slotte toch bereikt, waarna zij tot inkeer kwamen. Toen moesten zij erkennen: “De Here van de hemelse legers had ons nog zo gewaarschuwd, maar moest uiteindelijk zijn dreigementen toch uitvoeren. Wij kregen wat wij verdienden.” ’

7. Op de vierentwintigste dag van de elfde maand, de maand Sebat, nog steeds in het tweede regeringsjaar van koning Darius, ontving de profeet Zacharia opnieuw een boodschap van de Here. Deze keer kwam de boodschap 's nachts in de vorm van een visioen:

8. ik zag een man op een rood paard. Hij stond tussen de mirtestruiken in een rivierdal en achter hem stonden andere paarden, rode, bruine en witte.