Het Boek

Spreuken 28:13-25 Het Boek (HTB)

13. Wie niet voor zijn zonden uitkomt, kent geen voorspoed, maar wie ze belijdt en zijn leven betert, kan rekenen op liefde en genade.

14. Gelukkig is hij die ontzag heeft voor de Here, maar wie opstandig blijft, wordt in het verderf gestort.

15. Een goddeloze leider van een arm volk gaat tekeer als een brullende leeuw en een grommende beer.

16. Een onverstandige koning bezorgt zijn onderdanen veel onderdrukking, maar wie niet alles opoffert aan geldelijk gewin, wordt oud.

17. Wie een moord op zijn geweten heeft, zal tot zijn dood toe vluchten. Laat niemand hem daarvan weerhouden!

18. Wie oprecht leeft, wordt gered, maar wie van twee walletjes wil eten, zal ten val komen.

19. Wie zijn land bebouwt, krijgt genoeg te eten, maar wie met leeglopers optrekt, staat armoede te wachten.

20. Wie betrouwbaar is, zal volop worden gezegend, maar wie ten koste van alles rijk wil worden, zal zijn straf niet ontlopen.

21. Partijdig zijn is niet goed, maar al voor een stuk brood is men ertoe bereid.

22. Wie nietsontziend rijkdom najaagt, wordt een gierig en kwaadaardig mens. Hij weet het nog niet, maar armoede staat hem te wachten.

23. Wie wordt berispt, zal merken dat hem dat goed doet en dat het beter is dan wanneer hij naar de mond wordt gepraat.

24. Wie zijn ouders berooft en zegt: ‘Daar is niets verkeerds aan,’ is slecht en staat gelijk aan een misdadiger.

25. Een onbescheiden mens is een aanstichter van ruzie, maar wie op de Here vertrouwt, gaat het goed.