Het Boek

Spreuken 19:10-18 Het Boek (HTB)

10. Weelde en overvloed horen niet bij een dwaas, dat is net zoiets als een dienaar die over koningen heerst.

11. Een verstandig mens wordt niet snel kwaad, het siert hem dat hij over onrecht heen kan stappen.

12. De woede van een koning lijkt op het brullen van een jonge leeuw, maar is die koning iemand goedgezind, dan is hij mild als zachte dauw.

13. Een dwaze zoon is een ramp voor zijn vader en het gekijf van een vrouw is een aanhoudende kwelling.

14. Huis en goederen zijn een erfenis van de ouders, maar een verstandige vrouw is een gave van de Here.

15. Luiheid maakt een mens steeds slaperiger en wie niets uitvoert, zal honger lijden.

16. Wie naar Gods geboden leeft, beschermt zichzelf. Wie zijn leefregels de rug toekeert, zal sterven.

17. Wie de arme mensen helpt, is een vreugde voor de Here, Hij zal hem daarvoor belonen.

18. Straf uw zoon, zolang dat nog helpt, maar laat het uit uw hoofd hem te doden.