Het Boek

Ruth 1:1-9 Het Boek (HTB)

1. In de tijd dat Israël door de richters werd geleid, trof een hongersnood het land.

2. Elimélech, een man uit Bethlehem in Juda, week daarom met zijn vrouw Naomi en hun twee zonen Machlon en Chiljon uit naar het land Moab. Daar bleven zij een tijdlang als vreemdeling wonen.

3. Na enige tijd stierf Elimélech en Naomi bleef achter met haar twee zonen.

4. Zij trouwden allebei met een Moabitische, de ene heette Orpa, de andere Ruth.Toen zij daar ongeveer tien jaar gewoond hadden,

5. stierven beide mannen en Naomi bleef helemaal alleen achter.

6. Omdat zij, daar in Moab, had gehoord dat de Here zijn volk had gezegend met een goede oogst, waardoor er weer voldoende te eten was, besloot zij met haar schoondochters terug te gaan naar Israël.

7. De drie vrouwen verlieten hun woonplaats en gingen op reis naar Juda. Onderweg zei Naomi tegen haar schoondochters:

8. ‘Gaan jullie nu maar terug naar je eigen moeder. De Here zal jullie belonen voor de liefde die jullie mijn zonen en mij hebben gegeven.

9. De Here zal jullie zegenen met een nieuw huwelijk, zodat jullie weer veilig en beschermd zijn.’ Toen kuste zij hen en de twee meisjes barstten in tranen uit.