Het Boek

Romeinen 13:1-5 Het Boek (HTB)

1. Iedereen moet zich aan het gezag onderwerpen, want er is geen autoriteit die niet door God is ingesteld. Alle gezag komt van God.

2. Als iemand zich tegen het gezag verzet, verzet hij zich eigenlijk tegen God. En het is dan ook zijn eigen schuld als hij gestraft wordt.

3. Wie zich goed gedraagt, hoeft niet bang te zijn voor mensen die namens de overheid optreden, maar wie verkeerde dingen doet wél. Dus als u niet bang voor hen wilt zijn, moet u doen wat goed is. Dan zult u daarvoor eer ontvangen.

4. Want het gezag staat in dienst van God om u te helpen en te beschermen. Maar ieder die iets verkeerds doet, ondervindt daarvan de gevolgen. Het gezag is er niet voor niets, het staat in dienst van God om de mensen die verkeerde dingen doen, te straffen.

5. Doe daarom wat de overheid zegt, niet alleen uit vrees voor straf, maar ook om een zuiver geweten te houden.