Het Boek

Psalmen 78:34-46 Het Boek (HTB)

34. Pas wanneer Hij hen doodde,gingen zij weer naar Hem vragen.Dan zochten zij hun God en bekeerden zich.

35. Dan dachten zij er pas weer aandat God hun rots wasen dat God, de Allerhoogste, hen bevrijdde.

36. Maar zij logen en bedrogen Hem met wat zij zeiden.

37. Zij bleven niet bij Hemen waren Gods verbond al weer ontrouw.

38. Maar de barmhartige Godvergaf hun zonden en vernietigde hen niet.Vele malen nam Hij zijn woede van hen wegen vergold hun zonden niet.

39. Hij dacht eraan dat zij maar mensen waren,vluchtige ademtochten die niet meer terugkomen.

40. Wat waren zij in de woestijnvaak opstandig tegen Hemen beledigden zij Hem daar.

41. Steeds weer daagden zij God uiten deden zij de Heilige God van Israël verdriet.

42. Zij herinnerden zich zijn macht niet,hoe Hij hen eens bevrijd had.

43. Hoe Hij in Egypte, in de stad Zoan,zijn wonderen en tekenen had gedaan.

44. Hij veranderde het water van de Nijl in bloed,hetzelfde deed Hij met de zijrivieren,zodat niemand kon drinken.

45. Hij stuurde steekvliegendie hun het leven onmogelijk maaktenen kikkers die overal zaten.

46. Alle gewassen op de akkerswerden kaalgevreten door ongedierteen daarna kwamen er nog sprinkhanen.