Psalmen

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Het Boek

Psalmen 72 Het Boek (HTB)

1. Een psalm van Salomo.O God, doe recht aan de koningen toon uw rechtvaardigheid aan zijn zoon.

1Een psalm van Salomo.

2. Laat hij rechtvaardig over uw volk regerenen zuiver rechtspreken, ook over de armen.

3. Laten de bergen de vrede voor het volk aandragenen de heuvels spreken over de zuivere rechtspraak.

4. Laat de koning de armsten uit de samenlevinghun rechten geven en hen werkelijk helpen.Maar laat hij de onderdrukker veroordelen.

5. Laat ieder,zolang de zon schijnten de maan 's nachts aan de hemel staat,ontzag voor U hebben.Van generatie op generatie.

6. Laat de koning zijn als een milde regenbuidie neerdaalt op de akkers en de aarde bevochtigt.

7. Laat onder zijn regeringde oprechte mens tot bloei komenen laat er altijd vrede zijn.

8. Laat hem heersen van oost tot westen van noord tot zuid.

9. Laten de nomaden in de woestijnzich voor hem buigenen zijn tegenstandersvoorover in het stof vallen.

10. Laten de koningen uit Tarsis en de andere buurlandenhem geschenken brengen.De koningen van Seba en Sabamoeten hem belasting betalen.

11. Laten alle koningenzich voor hem buigenen alle volkenaan hem onderworpen zijn.

12. De koning zal zekerde arme die om hulp roept, bevrijdenen ook de armzaligedie door niemand wordt geholpen.

13. Hij zal zich ontfermenover ieder die klein en arm is,hen allen nabij zijn en bevrijden.

14. Elke vorm van onderdrukking en geweldzal hij voor hen wegnemen.Zij zullen kostbaar zijn in zijn ogen.

15. De koning zal grote voorspoed kennen.Men zal hem goud uit Seba brengen.Ook zal men voor hem bidden, dag in, dag uit.De hele dag door zal men hem het goede toewensen.

16. Het land zal overvloedige graanoogsten kennen.Op de bergen bloeien de gewassen met rijke vruchten,net als op de Libanon.De mensen in de stad bloeienals de gewassen op aarde.

17. De naam van de koning zal niet worden vergeten.Zolang de zon haar licht op aarde geeft,zal men zijn naam kennen.Laten alle volkenelkaar het beste wensen met zijn naam en hem eren.

18. Alle lof en eer is voor de Here God,de God van Israël, tot in eeuwigheid.Alleen Hij doet wonderen.

19. Voor eeuwig zal zijn heerlijke naamworden geloofd en geprezen.Laat de hele aarde vol zijn met zijn aanwezigheid.Ja, laat het zo zijn. Amen.

20. Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï.