Het Boek

Psalmen 68:1-10 Het Boek (HTB)

1. Een psalm van David. Een lied voor de koordirigent.

2. Als God aantreedt,vluchten zijn vijanden alle kanten uit,zij snellen weg om Hem niet te hoeven zien,alle mensen die Hem haten.

3. U verdrijft hen.Zoals rook uit elkaar drijften was in de warmte smelt,zo blijft van de ongelovigen niets overals God eraan komt.

4. Maar de gelovigen zijn blijals zij God zienen juichen voor Hem.Met veel vertoon van blijdschaplaten zij dat blijken.

5. Zing voor God,zing psalmen ter ere van zijn naam.Maak een effen wegvoor Hem die door de vlakten nadert.Zijn naam is Here,jubel het uit voor Hem.

6. Hij is een vader voor ouderloze kinderenen komt op voor de rechten van de weduwen,Hij is God, die woont in zijn heilig huis.

7. God, die eenzame mensen weer familie geeften gevangenen bevrijdt en welstand geeft,maar opstandigen laat Hij achter Zichin een dor en droog land.

8. Mijn God, toen U voor ons volk uittroken ons voorging in de wildernis,

9. toen trilde de aarde en de hemel droopomdat U Zich toonde,zelfs de Sinaï beefde toen zij U zag,U, de God van Israël.

10. U gaf ons een overvloed,vele goede dingen gaf U ons, o God.Toen het land uitgeput was,gaf U het nieuwe kracht.