Het Boek

Psalmen 31:8-19 Het Boek (HTB)

8. Ik zing het uiten verblijd mij over uw goedheid en liefde.Want U hebt naar mij omgezienin mijn ellendige toestand,U kende mijn angst en spanningen.

9. U zorgde ervoor dat de vijandmij niet de baas werd.U hebt mij alle ruimte gegeven.Ik kon gaan waar ik wilde.

10. Help mij met uw genade, Here,ik heb het zó moeilijk!Alles in mij kwijnt weg van narigheid.Het verdriet overmant mij!

11. Mijn leven gaat voorbij in verdrieten jarenlang leef ik zuchtend.Door mijn eigen slechtheidheb ik geen kracht meer overen lichamelijk ga ik alleen maar achteruit.

12. Voor hen die het mij moeilijk maken,ben ik een mikpunt van spot geworden,vooral voor mijn buren.Vrienden en bekenden schrikken als zij mij zien.Wie mij op straat tegenkomt, maakt rechtsomkeert.

13. Men denkt niet meer aan mij,het lijkt wel of ik dood ben voor anderen.Als gebroken servies ben ik, waardeloos.

14. Ik hoor het wel hoe men achter mijn rug over mij praat.De achterklap: ‘Heb je hém gezien?’Zij overleggen met elkaaren maken plannen mij van het leven te beroven.

15. Toch is mijn vertrouwen op U gevestigd, Here,ik spreek het ook tegen U uit:‘U bent mijn God.

16. U bepaalt hoe lang ik leef,verlos mij van mijn vijanden en achtervolgers.

17. Laat uw licht over mij, uw dienaar, schijnenen bevrijd mij door uw goedheid en trouw.

18. Ik roep tot U, Here,beschaam mijn vertrouwen niet.Laat hen die zonder U leven,beschaamd staan.Breng hen tot zwijgen in het dodenrijk.

19. Breng de leugenaars tot zwijgen.Die spreken toch alleen maar trots en smalend tegen uw volgeling.