Het Boek

Psalmen 22:16-27 Het Boek (HTB)

16. Mijn keel is uitgedroogden lijkt op een droge scherf.Mijn tong kleeft aan mijn verhemelte,ik heb het gevoel of U mij in het stof van de dood legt.

17. Er staan honden om mij heen,misdadigers omringen mij.Zij doorsteken mijn handen en voeten.

18. Ik kan mijn beenderen tellen.Zij vermaken zich door naar mij te komen kijken.

19. Zij verdelen mijn kleren onder elkaaren loten wie mijn mantel mag hebben.

20. Here, blijf toch niet zo ver van mij af staan.Kom snel bij mij en help mij!U bent immers mijn kracht?

21. Red mijn levenen voorkom dat ik door het zwaard word gedood.Ik ben eenzaam zonder U.Wend het geweld van deze honden van mij af.

22. Bevrijd mij uit de muil van de leeuwen bescherm mij tegen de horens van de buffels.U hebt mij antwoord gegeven!

23. Ik zal mijn broeders uw naam bekendmaken,te midden van de gelovigen zal ik een lied zingen tot uw eer!

24. U die ontzag voor de Here hebt, prijs zijn naam.Verhoog Hem, volk van Israël,heb diep ontzag voor de Here, volk van Israël!

25. Want Hij veracht de zwakke niet.Hij is niet te goed om te helpen.Hij hoort hetwanneer Hij te hulp wordt geroepen.

26. Te midden van vele gelovigen zal ik U lofprijzen.Mijn geloften zal ik nakomentegenover ieder die leeft in ontzag voor God.

27. De armen zullen te eten hebbenen geen honger meer kennen.Zij die de Here zoeken,zullen Hem loven en prijzen.Moge het u altijd goed gaan.