Het Boek

Psalmen 105:32-45 Het Boek (HTB)

32. Hij veranderde hun regen in hagelstenen,de hagel en het vuur dat er tussenin op aarde neerkwam,vernietigden alle gewassen.

33. God vernietigde hun wijnstokken,vijgebomen en alle andere bomen.

34. Op zijn woord kwamen er sprinkhanen over het land,ontelbaar veel.

35. Al het groene gewasen alle andere gewassen op het landwerden weggevreten.

36. Ten slotte doodde Hij alle oudste zonen in heel Egypte,de stamhouders, op wie ieder zijn hoop had gevestigd.

37. God leidde zijn volk met goud en zilver het land Egypte uit,niemand bleef achter.

38. In Egypte was men blij dat zij gingen,want de Israëlieten hadden de Egyptenarengrote angst aangejaagd.

39. God gaf daarop een wolk die het volk leiddeen 's nachts had het een vuurzuil als lichtbaken.

40. Toen zij erom vroegen,gaf Hij hun kwartels als vlees te eten.En elke dag was er meer dan voldoende manna,dat uit de hemel naar beneden kwam.Daarvan bakten zij brood.

41. Toen God een rots liet splijten,was er meer dan genoeg water.Er ontstond in die woestijn zelfs een rivier.

42. En dat deed Hij allemaalomdat Hij zijn dienaar Abraham een belofte had gedaan.

43. God was blij toen Hij zijn volk uitleidde,alle mensen van Israël trouwens ook,zij zongen het uit.

44. Hij gaf zijn volkhet land van de volken die eerst in Kanaän woonden.Zij konden er zo van oogsten.

45. Wel verlangde God van hendat zij zijn geboden zouden nalevenen zijn wet trouw zouden navolgen.Prijs de Here!