Het Boek

Psalmen 105:19-38 Het Boek (HTB)

19. Dat duurde totdat God zijn woord liet uitkomen.De Here zorgde dat hem recht werd gedaan.

20. De koning van Egypte stuurdeeen boodschap naar de gevangenisdat hij moest worden vrijgelaten,de machtige heerser gaf hem de vrijheid terug.

21. Hij gaf Jozef zijn vertrouwenen een hoge positie,hij werd zelfs onderkoning.

22. Jozef mocht alle bezittingen beherenen de leiders van Egypte leerden veel van zijn wijsheid.

23. Toen Jakob en zijn familienaar het land Egypte waren gekomenen daar als vreemdelingen tussen de mensen woonden,

24. maakte God het volk steeds groter.Ook werd het machtiger dan wie ook.

25. Daardoor maakte Hijdat de tegenstanders het volk gingen hatenen hen met list tegemoet traden.

26. Toen stuurde Godzijn dienaar Mozesen diens broer Aäron, die Hij ook had uitgekozen.

27. Zij deden voor de ogen van de Egyptenarende wonderen die Hij hun had voorzegd.

28. God stuurde de donkere duisternisen er was geen hand voor de ogen te zien.Maar zij sloegen er geen acht op.

29. God maakte bloed van al het water in Egypteen alle vissen stierven.

30. Het land werd overspoeld door kikvorsen,zelfs tot in het koninklijk paleis.

31. God zei dat er steekvliegen zouden komenen het hele land wemelde ervan.Geen plek ontkwam aan de muggen.

32. Hij veranderde hun regen in hagelstenen,de hagel en het vuur dat er tussenin op aarde neerkwam,vernietigden alle gewassen.

33. God vernietigde hun wijnstokken,vijgebomen en alle andere bomen.

34. Op zijn woord kwamen er sprinkhanen over het land,ontelbaar veel.

35. Al het groene gewasen alle andere gewassen op het landwerden weggevreten.

36. Ten slotte doodde Hij alle oudste zonen in heel Egypte,de stamhouders, op wie ieder zijn hoop had gevestigd.

37. God leidde zijn volk met goud en zilver het land Egypte uit,niemand bleef achter.

38. In Egypte was men blij dat zij gingen,want de Israëlieten hadden de Egyptenarengrote angst aangejaagd.