Het Boek

Prediker 7:16-29 Het Boek (HTB)

16. Wees daarom niet al te goed en niet al te wijs. Waarom zou u zichzelf vernietigen?

17. Aan de andere kant moet u ook niet al te slecht zijn, wees geen dwaas. Waarom zou u sterven voor het uw tijd is?

18. Voor wie ontzag voor God heeft, is het het beste de middenweg te kiezen tussen verstandig en dwaas zijn.

19. Een wijs man is sterker dan de bestuurders van tien grote steden.

20. Nergens op aarde is een mens te vinden die altijd het goede doet en nooit zondigt.

21. Luister geen gesprekken af. U zou wel eens kunnen horen dat uw dienaar u verwenst.

22. U weet toch hoe vaak u zelf anderen verwenst!

23. Ik heb mijn best gedaan wijs te zijn. Ik verklaarde: ‘Ik zál wijs zijn,’ maar het hielp niet.

24. Wijsheid ligt te ver weg en is moeilijk te vinden.

25. Ik zocht overal, vastbesloten de wijsheid en de reden voor alle gebeurtenissen te vinden en mijzelf te bewijzen dat zonde dwaasheid is en dat dwaasheid gelijk staat aan waanzin.

26. Ik ontdekte iets dat bitterder is dan de dood: een vrouw die tot ontucht wil verleiden, zij is een valstrik en een vangnet. Wie met God leeft, ontsnapt daaraan, maar zondaars raken in haar web verstrikt.

27. Dit is mijn conclusie, zegt de Prediker, stap voor stap bereikte ik dit resultaat, na in elke richting te hebben gezocht:

28. één op de duizend mensen met wie ik sprak, kan als wijs worden beschouwd. Onder hen bevond zich echter geen enkele vrouw.

29. En ik kwam erachter dat God de mens eenvoudig heeft gemaakt en dat de mens zelf allerlei ingewikkelde dingen bedenkt.