Het Boek

Openbaring 2:18-29 Het Boek (HTB)

18. Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Thyatira:Dit zijn de woorden van de Zoon van God, die ogen heeft als vlammend vuur en voeten die gloeien als brons:

19. Ik ken uw doen en laten, uw liefde, uw geloof en hulpvaardigheid en ik weet hoe moedig u volhoudt. Ik weet ook dat u nu nog meer doet dan eerst.

20. Toch heb Ik iets tegen u. U laat die vrouw Izebel maar haar gang gaan. Zij beweert namens Mij te spreken, maar leert de vreselijkste dingen. Zij verleidt mijn dienaren tot ontucht en het eten van vlees dat aan afgoden geofferd is.

21. Ik heb haar de tijd gegeven om zich te bekeren van haar ontucht, maar zij wil niet.

22. Daarom zal Ik haar op bed doen liggen en hen die ontucht met haar bedrijven laten lijden, tenzij zij met haar breken.

23. Ik zal haar kinderen doden. Alle gemeenten zullen weten dat Ik de diepste gedachten en wensen van de mens ken en dat Ik ieder zal geven wat hij verdient.

24. Maar gelukkig zijn er in Thyatira nog mensen die deze verderfelijke leer niet volgen, die niet de zogenaamde diepten van Satan hebben leren kennen. Van u vraag Ik niets meer

25. dan dat u vasthoudt wat u hebt, totdat Ik kom.

26. Wie overwint en tot het einde doet wat Ik van hem vraag, zal Ik macht geven over vreemde volken.

27. Hij zal met een ijzeren staf over hen regeren, zij worden verbrijzeld als bros aardewerk.

28. Dat is de macht die Ik ook van mijn Vader gekregen heb. Wie overwint, zal Ik de morgenster geven.

29. Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.