Het Boek

Openbaring 1:13-20 Het Boek (HTB)

13. en daartussen stond iemand die er uitzag als een mensenzoon. Hij droeg een lang kleed, dat tot op zijn voeten hing en had een gouden band om zijn borst.

14. Zijn haar was zo wit als wol, zelfs zo wit als sneeuw en zijn ogen schitterden als vuur.

15. Zijn voeten glansden als brons in een oven en Hij had een stem als een donderende waterval.

16. In zijn rechterhand hield Hij zeven sterren, uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard en zijn gezicht straalde en schitterde als de felle zon.

17. Toen ik Hem zag, viel ik als dood voor Hem neer. Maar Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste.

18. Ik ben de Levende. Ik ben dood geweest, maar nu leef Ik voor altijd en eeuwig. Ik heb de dood en het dodenrijk overwonnen.

19. Schrijf op wat u gezien hebt, wat er nu is en wat hierna zal gebeuren.

20. Dit is de betekenis van de zeven sterren in mijn rechterhand en van de zeven kandelaars: de zeven sterren zijn de boodschappers van de zeven gemeenten en de zeven kandelaars zijn die gemeenten zelf.’