3. U bent trots, omdat u in die hoge, ontoegankelijke rotskloven woont. U bluft: “Wie zou ons hier ooit kunnen bereiken?”
4. Bedrieg uzelf niet! Al vloog u zo hoog als een arend en bouwde u een nest tussen de sterren, Ik zou u daarvandaan naar beneden laten tuimelen,’ zegt de Here.
5. ‘Het zou voor u veel beter zijn geweest als er 's nachts dieven waren gekomen om u te beroven. Want die zouden niet alles hebben meegenomen. Als er druivenplukkers kwamen, zouden die dan niets overlaten?
6. Alle verborgen schatten van Esau's nakomelingen zullen worden opgespoord en meegenomen.