Het Boek

Numeri 31:31-35-54 Het Boek (HTB)

31-35. Mozes en de priester Eleazar deden wat de Here hun had opgedragen. De totale buit (uitgezonderd sieraden, kleding enz.) bestond uit 675.000 schapen, 72.000 runderen, 61.000 ezels en 32.000 jonge meisjes.

36-40. De helft van de buit, die aan het leger toekwam, bestond uit: 337.500 schapen (waarvan 675 aan de Here werden gegeven), 36.000 runderen (waarvan 72 aan de Here werden gegeven), 30.500 ezels (waarvan 61 aan de Here werden gegeven) en 16.000 jonge meisjes (van wie 32 aan de Levieten werden gegeven).

41. Het deel van de Here werd aan de priester Eleazar gegeven, zoals de Here Mozes had opgedragen.

42-46. De helft van de buit die aan het volk toekwam—Mozes had die gescheiden van de helft die het leger kreeg—bedroeg 337.500 schapen, 36.000 runderen, 30.500 ezels en l6.000 jonge meisjes.

47. In overeenstemming met de opdracht van de Here gaf Mozes twee procent hiervan aan de Levieten.

48-49. Toen kwamen de legeraanvoerders naar Mozes toe en zeiden: ‘Wij hebben alle mannen geteld die met ons ten strijde zijn getrokken en we hebben er niet één verloren!

50. Daarom hebben wij een speciaal dankoffer voor de Here meegebracht uit onze buit: gouden sieraden, armbanden, vingerringen, oorringen en halskettingen. Dit is om verzoening voor onze zielen te doen bij de Here.’

51-52. Mozes en de priester Eleazar namen dit dankoffer aan uit de handen van de legeraanvoerders en berekenden de waarde ervan. Zij kwamen tot ruim 184 kilo goud.

53. Ook hadden de soldaten buit voor zichzelf gehouden.

54. Het offer werd in de tabernakel voor de Here neergezet en daar bewaard als een aandenken voor het volk Israël.