Het Boek

Nehemia 9:12-25 Het Boek (HTB)

12. Overdag leidde U onze voorouders met een wolkkolom en 's nachts met een vuurkolom. Zo wisten zij welke weg zij moesten nemen.

13. U bent op de berg Sinaï neergedaald en hebt vanuit de hemel met hen gesproken. U gaf hun deze goede en betrouwbare wetten en geboden,

14. waaronder het gebod de heilige sabbat te houden. En U beval hun door uw knecht Mozes dat zij zich aan al die geboden moesten houden.

15. U gaf hun brood uit de hemel toen zij honger hadden en liet water uit een rots stromen, toen zij dorst kregen. Zij kregen van U de opdracht het land in bezit te nemen dat U hun onder ede had beloofd.

16. Maar onze voorouders waren trotse, koppige mensen die weigerden naar uw geboden te luisteren.

17. Zij wilden niet gehoorzamen en vergaten de wonderen die U voor hen had gedaan. Het werd nog erger: koppig als ze waren, stelden zij een nieuwe leider aan, die hen moest terugbrengen naar de slavernij in Egypte! Maar U bent een God die vergeeft, die genade schenkt en medelijden toont. U wordt niet snel toornig; integendeel, U bent vol liefde en genade. Daarom hebt U hen niet in de steek gelaten.

18. Zelfs niet toen zij een beeld van een kalf hadden gemaakt en riepen: “Dit is onze God! Hij heeft ons uit Egypte gehaald!” Zij hebben zo ongelooflijk veel zonden gedaan

19. en toch hebt U hen niet in de woestijn achtergelaten om te sterven. Want U hield zielsveel van hen. Dag in dag uit ging de wolkkolom voor hen uit en elke nacht wees de vuurkolom de weg.

20. U hebt hun uw goede Geest gegeven om hen te onderwijzen. En U liet nooit na brood uit de hemel of water tegen de dorst te geven.

21. U hebt hen veertig jaar lang in de woestijn onderhouden, nooit hebben zij gebrek geleden. Hun kleren raakten niet versleten en hun voeten niet opgezwollen.

22. Daarna hielp U hen verschillende koninkrijken en volken te veroveren en liet uw volk tot in de verste uithoeken van het land wonen. Zij namen het land van koning Sichon van Chesbon en dat van koning Og van Basan volledig in bezit.

23. U zorgde ervoor dat zij talrijke kinderen kregen, zoveel als er sterren aan de hemel staan. U bracht hen in het land dat U hun voorouders had toegezegd.

24. Daar gingen zij wonen en U hebt hele volken aan hen onderworpen, ook de vroegere bewoners van het land, de Kanaänieten met hun koningen. Zij kwamen volkomen in de macht van uw volk.

25. Uw volk heeft vestingsteden en vruchtbare grond veroverd. Zij hebben huizen vol goede gebruiksvoorwerpen, uitgehouwen waterbakken, wijngaarden, olijfbomen en talrijke vruchtbomen in bezit genomen. Er was voedsel in overvloed en zij leefden in weelderige omstandigheden dankzij uw grote goedheid.