Het Boek

Nehemia 6:1-9 Het Boek (HTB)

1. Sanballat, Tobia, de Arabier Gesem en onze andere vijanden hoorden dat wij de muur bijna hadden herbouwd en dat er geen gaten meer in zaten. Maar wij hadden nog geen deuren in de poorten aangebracht.

2. Zij stuurden mij een boodschap met het verzoek hen te ontmoeten in een van de dorpen in het dal Ono. Ik begreep dat zij van plan waren mij te vermoorden.

3. Ik stuurde afgevaardigden terug met het antwoord: ‘Ik ben bezig met belangrijk werk! Waarom zou ik het stilleggen om u te bezoeken?’

4. Tot viermaal toe stuurden zij mij zo'n verzoek en steeds gaf ik hetzelfde antwoord.

5. De vijfde keer kwam Sanballats dienaar bij mij met een open brief.

6. Daarin stond: ‘Gesem heeft mij verteld dat overal het gerucht de ronde doet dat de Judeeërs van plan zijn in opstand te komen en dat u dáárom de muur herbouwt. Hij beweert dat u hun koning wilt worden.

7. U zou ook profeten in Jeruzalem hebben aangesteld die u moeten aanprijzen als de meest geschikte man voor het koningschap van Juda! U kunt er zeker van zijn dat men al deze interessante gegevens aan koning Arthahsasta zal doorspelen! Maar ik stel voor dat u eerst bij mij komt om de zaak door te praten.’

8. Mijn antwoord luidde: ‘Wat u schrijft, klopt niet. U bedenkt dat allemaal zelf!’

9. Zo probeerden zij ons bang te maken, zodat we met dit werk zouden stoppen. O God, geef mij kracht!