Het Boek

Micha 4:6-14 Het Boek (HTB)

6. ‘In die tijd,’ zegt de Here, ‘zal Ik mijn volk dat Ik heb gestraft, terugbrengen. Alle kreupelen en verdrevenen zullen terugkomen.

7. De kreupelen zal Ik sparen en van de verdrevenen zal Ik weer een sterk en machtig volk maken en Ik zal voor eeuwig hun koning zijn op de berg Sion.

8. Jeruzalem, wachttoren van Gods volk, u zult uw koninklijke macht en heerschappij van vroeger weer terugkrijgen.’

9. Maar waarom schreeuwt u nú zo hard? Waar is uw koning? Waar zijn uw adviseurs? Pijn heeft u overvallen als een vrouw tijdens een bevalling.

10. Krimp ineen en schreeuw het uit van pijn, volk van Sion, want u moet deze stad verlaten en in de velden gaan wonen. U zult in ballingschap naar Babel worden gestuurd. Maar daar zult u worden bevrijd. Daar zal de Here u verlossen van al uw vijanden.

11. Het is waar dat talloze volken één front hebben gevormd tegen u. Zij roepen: ‘Wij willen bloed zien! Wij willen de bevolking van Sion vernietigen!’

12. Maar zij kennen de gedachten van de Here niet en hebben geen begrip voor zijn plannen. Want er komt een moment waarop de Here alle vijanden van zijn volk zal verzamelen als korenschoven op de dorsvloer.

13. ‘Sta op, bevolking van Sion, en dors. Ik zal uw horens van ijzer en hoeven van koper geven. U zult vele volken totaal vertrappen en hun geroofde rijkdom aan de Here wijden, aan de Here van de hele aarde.’

14. Te wapen! De vijand heeft een belegeringswal tegen Jeruzalem opgeworpen. Met een roede zal hij die Israël leiden moet, in het gezicht worden geslagen.