66. De mannen van de Hoge Raad schreeuwden allemaal: ‘Hij verdient de doodstraf!’
67. Daarna spuugden zij Hem in het gezicht en sloegen Hem.
68. Sommigen gaven Hem klappen in het gezicht en hoonden: ‘Hé, profeet! Zeg, Christus! Zeg eens wie U heeft geslagen!’