Het Boek

Marcus 6:42-52 Het Boek (HTB)

42. Iedereen at tot hij genoeg had.

43. Na de maaltijd werd het overschot opgehaald en in manden gedaan: dat waren twaalf manden vol!

44. Er waren daar heel veel mensen, het aantal mannen alleen al bedroeg vijfduizend.

45. Hierna zei Jezus tegen zijn leerlingen dat zij vlug moesten overvaren naar Betsaïda. Hij zou later komen, wanneer Hij de mensen zou hebben weggestuurd.

46. Toen iedereen weg was, ging Jezus de berg op om te bidden, alleen.

47. Om een uur of drie 's nachts waren de leerlingen nog maar midden op het meer.

48. Jezus zag hoe zij tegen de wind in moesten roeien. Hij liep over het meer naar hen toe en stond op het punt hen voorbij te gaan.

49. Zij schrokken vreselijk en dachten dat ze een spook zagen. Zij schreeuwden van angst.

50. Jezus kalmeerde hen meteen. ‘Ik ben het,’ zei Hij, ‘wees maar niet bang.’

51. Hij stapte bij hen in de boot en de wind ging liggen. De leerlingen waren met stomheid geslagen. Hier konden ze niet bij.

52. Want ze begrepen nog steeds niet wie Hij was. Zelfs niet na het wonder met de broden dat ze 's avonds hadden gezien.