Het Boek

Marcus 3:12-19 Het Boek (HTB)

12. Maar Hij zei telkens weer dat zij niet mochten zeggen wie Hij was.

13. Later ging Hij het gebergte in en riep bij zich wie Hij zelf wilde.

14. Hij wees een vaste groep van twaalf leerlingen aan die hij apostelen, gezanten, noemde. Die zou Hij erop uitsturen om de mensen Gods plan bekend te maken.

15. Zij zouden macht krijgen boze geesten te verjagen.

16. Die mannen heetten Simon (Jezus gaf hem ook de naam Petrus),

17. Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs (Jezus gaf hun de bijnaam Boanerges, ‘zonen van de donder’),

18. Andreas, Filippus, Bartholomeüs, Mattheüs, Thomas, Jakobus, de zoon van Alfeüs, Thaddeüs,

19. Simon de Zeloot en Judas Iskariot (de man door wie Jezus later werd uitgeleverd).