Het Boek

Lucas 24:7-16 Het Boek (HTB)

7. Hij zei immers dat Hij, de Mensenzoon, door verraad in de handen van slechte mensen zou vallen en door hen gekruisigd zou worden. Maar ook dat hij op de derde dag uit de dood zou opstaan.’

8. Zij herinnerden zich dat Hij dat inderdaad had gezegd.

9. Ze holden terug naar Jeruzalem om aan de elf apostelen en al de anderen te vertellen wat er gebeurd was.

10. Maar toen de vrouwen—het waren Maria van Magdala, Johanna, Maria (de moeder van Jakobus) en verschillende anderen—het aan de apostelen vertelden,

11. wilden die het niet geloven. Ze zeiden dat het onzin was.

12. Petrus liep toch vlug naar het graf om eens te kijken. Hij bukte zich voorover, keek naar binnen en zag alleen de lege windsels liggen. Op weg terug vroeg hij zich verwonderd af wat er gebeurd kon zijn.

13. Diezelfde dag waren twee van Jezus' leerlingen op weg naar het dorp Emmaüs, tien kilometer buiten Jeruzalem.

14. Ze spraken met elkaar over alle gebeurtenissen.

15. Terwijl ze zo liepen te praten, haalde iemand hen in en liep met hen mee. Het was Jezus Zelf!

16. Maar zij herkenden Hem niet. Ze waren verblind.