Het Boek

Lucas 23:43-56 Het Boek (HTB)

43. Jezus antwoordde: ‘Vandaag zult u met Mij in het paradijs zijn. Daar kunt u zeker van zijn.’

44. Tegen de middag werd het in het hele land donker. Dat duurde tot een uur of drie.

45. Het zonlicht was weg. Plotseling scheurde het zware gordijn in de tempel doormidden.

46. Op dat moment riep Jezus: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest!’ En met die woorden blies Hij zijn laatste adem uit.

47. De Romeinse officier begreep dat God de hand in dit alles had en zei vol ontzag: ‘Deze mens was werkelijk rechtvaardig.’

48. De vele mensen die naar de kruisiging waren komen kijken, gingen naar huis nadat ze dit allemaal hadden gezien. Ze sloegen zich op de borst van berouw en verdriet.

49. Jezus' vrienden en ook de vrouwen die met Hem uit Galilea waren meegekomen, stonden op een afstand te kijken.

50. Een zekere Jozef, die lid was van de Hoge Raad en uit de stad Arimathea kwam,

51. was het helemaal niet eens geweest met de beslissing en het optreden van de andere Joodse leiders. Hij was een goed en rechtvaardig man, die verwachtte dat het Koninkrijk van God zou komen.

52. Hij ging naar Pilatus en vroeg of hij het lichaam van Jezus mocht hebben.

53. Nadat hij het lichaam van het kruis had afgenomen, wikkelde hij het in een lang stuk linnen. Daarna legde hij het in een nog niet eerder gebruikt graf dat in de rotsen was uitgehakt.

54. De vrijdagmiddag was bijna voorbij. De sabbat zou beginnen.

55. De vrouwen die met Jezus uit Galilea waren meegekomen, gingen mee naar het graf en zagen hoe het lichaam erin werd gelegd.

56. Daarna gingen ze naar huis en maakten speciale kruiden en olie klaar om Hem te balsemen. Op de sabbat namen ze rust. Dat is volgens de Joodse wet verplicht.