Het Boek

Lucas 22:61-71 Het Boek (HTB)

61. Jezus keerde Zich om en keek Petrus aan. Petrus herinnerde zich wat Hij had gezegd: ‘Voordat de haan kraait, zul je drie keer hebben gezegd dat je Mij niet kent.’

62. Huilend liep Petrus de binnenplaats af. Hij was er kapot van.

63. De soldaten die Jezus moesten bewaken, begonnen een gemeen spel met Hem te spelen.

64. Zij blinddoekten Hem, sloegen Hem met hun vuisten en zeiden spottend: ‘Wel, profeet, zeg eens: wie heeft U geslagen?’

65. Zij beledigden Hem op de meest grove manier.

66. Bij het aanbreken van de dag kwam de Hoge Raad bijeen. Jezus werd voorgeleid

67. en moest zeggen of Hij de Christus was of niet. Hij antwoordde: ‘Als Ik het u zeg, gelooft u Mij toch niet.

68. U wilt zelfs geen antwoord geven op mijn vragen.

69. Maar vanaf nu zal Ik, de Mensenzoon, zitten aan de rechterhand van de almachtige God.’

70. ‘U bent dus de Zoon van God?’ vroeg de Hoge Raad. Hij antwoordde: ‘Nu u het zelf zegt: ja, dat ben Ik.’

71. ‘Waarom zouden we er nu nog getuigen bij halen?’ schreeuwden ze. ‘We hebben het uit zijn eigen mond gehoord!’