Het Boek

Lucas 2:36-47 Het Boek (HTB)

36. Er was in de tempel ook een profetes, Anna, een dochter van Fanuël. Ze hoorde bij de stam van Aser en was vierentachtig jaar oud. Zeven jaar na haar huwelijk was haar man gestorven.

37. En nu kwam ze nooit buiten de tempel. Dag en nacht bleef zij daar om God te dienen met vasten en bidden.

38. Zij kwam er net aan terwijl Simeon met Jozef en Maria stond te praten. Ook zij begon God te danken. Aan iedereen die uitkeek naar de bevrijding van Jeruzalem, vertelde zij dat de Christus was gekomen.

39. Nadat Jezus' ouders alles hadden gedaan wat zij volgens de wet van God moesten doen, gingen zij terug naar huis, naar Nazareth in Galilea.

40. Daar groeide het kind op tot een flinke, sterke jongen. Hij bleek een bijzondere wijsheid te hebben. De genade van God was op Hem.

41. Het was de gewoonte van Jezus' ouders elk jaar naar Jeruzalem te gaan voor de viering van Pesach, het Joodse Paasfeest.

42. Toen Jezus twaalf jaar oud was, mocht Hij voor het eerst mee.

43. Na de feestdagen gingen zij weer terug naar Nazareth, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter.

44. Zijn ouders misten Hem eerst niet eens, want zij dachten dat Hij ergens tussen de andere reizigers liep. Maar 's avonds werden zij toch ongerust en gingen Hem zoeken tussen hun familie en vrienden.

45. Hij was echter nergens te vinden. Daarom liepen ze terug naar Jeruzalem.

46. Na drie dagen zoeken vonden ze Hem eindelijk. Hij zat in de tempel tussen de bijbelgeleerden en was heel serieus met hen aan het praten.

47. Ieder die Hem hoorde, verbaasde zich over zijn verstand en zijn antwoorden.