Het Boek

Klaagliederen 3:33-50 Het Boek (HTB)

33. Want slechts met tegenzin drijft Hij mensen in het nauw en bezorgt Hij hen verdriet.

34. Als de vernederden worden vertrapt,

35. men het recht dat God de mens heeft gegeven, niet in acht neemt

36. en de rechtszaak van de mensen wordt verdraaid, zou de Here dat dan niet zien?

37. Als iemand ergens over spreekt en het gebeurt dan ook, heeft de Here dat dan niet bevolen?

38. Van de Allerhoogste komt immers zowel het kwade als het goede?

39. Waarom zouden wij dan mopperen en klagen als wij worden gestraft voor onze zonden?

40. Laten wij in plaats daarvan onszelf maar eens goed onderzoeken, onze schuld bekennen en terugkeren naar de Here.

41. Laten we onze harten en handen opheffen naar God in de hemel.

42. En laten wij toegeven dat we hebben gezondigd. Wij zijn in opstand gekomen tegen de Here en dat heeft Hij ons niet vergeven.

43. U bent vervuld van toorn, Here, en U hebt ons meedogenloos geslagen.

44. U hebt Uzelf met een wolk afgesloten, zodat onze gebeden U niet kunnen bereiken.

45. U hebt ons gemaakt als paria's en uitschot onder de volken.

46. Onze vijanden hebben dreigende taal tegen ons gesproken.

47. Wij zijn bang, want wij zitten in de val, verlaten en vernietigd zijn wij.

48. Dag en nacht moet ik huilen, omdat de meisjes van mijn volk vernederd zijn.

49. Ik huil onophoudelijk,

50. wanneer zal de Here vanuit de hemel weer naar ons omzien?