Het Boek

Klaagliederen 3:30-45 Het Boek (HTB)

30. Laat hij zijn andere wang toekeren naar hen die hem slaan en hun vreselijke beledigingen slikken,

31. want de Here zal hem niet voor altijd verstoten.

32. Ook al geeft God hem verdriet, toch zal Hij hem ook met medelijden behandelen als teken van zijn liefdevolle zorg.

33. Want slechts met tegenzin drijft Hij mensen in het nauw en bezorgt Hij hen verdriet.

34. Als de vernederden worden vertrapt,

35. men het recht dat God de mens heeft gegeven, niet in acht neemt

36. en de rechtszaak van de mensen wordt verdraaid, zou de Here dat dan niet zien?

37. Als iemand ergens over spreekt en het gebeurt dan ook, heeft de Here dat dan niet bevolen?

38. Van de Allerhoogste komt immers zowel het kwade als het goede?

39. Waarom zouden wij dan mopperen en klagen als wij worden gestraft voor onze zonden?

40. Laten wij in plaats daarvan onszelf maar eens goed onderzoeken, onze schuld bekennen en terugkeren naar de Here.

41. Laten we onze harten en handen opheffen naar God in de hemel.

42. En laten wij toegeven dat we hebben gezondigd. Wij zijn in opstand gekomen tegen de Here en dat heeft Hij ons niet vergeven.

43. U bent vervuld van toorn, Here, en U hebt ons meedogenloos geslagen.

44. U hebt Uzelf met een wolk afgesloten, zodat onze gebeden U niet kunnen bereiken.

45. U hebt ons gemaakt als paria's en uitschot onder de volken.