Het Boek

Klaagliederen 3:13-27 Het Boek (HTB)

13. de pijlen die Hij afschoot, drongen diep in mijn hart.

14. Mijn eigen landgenoten lachen mij uit, de hele dag door zingen zij hun spotliedjes.

15. Hij heeft mij met bitterheid gevuld en een beker met de grootste ellende te drinken gegeven.

16. Hij liet mij mijn tanden stukbijten op stenen, in de as en het vuil rolde Hij mij.

17. Och Here, alle vrede en voorspoed zijn lang geleden verdwenen, want U hebt ze weggenomen. Ik weet niet meer wat geluk is.

18. Er is geen hoop meer, mijn kracht is als sneeuw voor de zon verdwenen omdat de Here mij heeft verlaten.

19. Vaak denk ik aan die bitterheid en het lijden dat U mij hebt toebedeeld!

20. Ik zal deze vreselijke jaren nooit meer vergeten, mijn ziel zal altijd in de diepste droefheid blijven leven.

21. Toch blijf ik hopen, want ik denk:

22-23. dankzij de goedheid van de Here zijn wij niet omgekomen. Hij blijft voor ons zorgen en zijn trouw is elke dag weer nieuw.

24. Mijn ziel beschouwt de Here als mijn erfdeel, daarom verwacht ik alles van Hem.

25. De Here is wonderbaarlijk goed voor hen die op Hem wachten, voor wie naar Hem zoeken.

26. Het is goed rustig te vertrouwen en te wachten op de hulp van de Here.

27. Het is goed dat een jonge man discipline wordt bijgebracht.