Het Boek

Klaagliederen 1:20-22 Het Boek (HTB)

20. Och Here, kijk toch naar mijn wanhoop, mijn hart is gebroken en mijn ziel krimpt ineen van angst, want ik ben vreselijk opstandig geweest. In de straten wacht het zwaard mij op, thuis word ik bedreigd door honger en ziekten.

21. Mensen horen mijn jammerklachten wel, maar niemand kan mij troosten. Al mijn vijanden zien hoe ik lijd en zij genieten ervan. En toch zal er eens een tijd komen—want U hebt dat beloofd—dat U met hen hetzelfde zult doen als U met mij hebt gedaan.

22. Kijk ook naar hun zonden en geef hun dezelfde straf als U mij gaf. Ik kan alleen maar zuchten en mijn hart doet pijn.