Het Boek

Judas 1:1-11 Het Boek (HTB)

1. Van: Judas, een dienaar van Jezus Christus en een broer van Jakobus. Aan: alle mensen die door God, de Vader, geroepen zijn. Hij houdt van u en zijn Zoon Jezus Christus bewaart u.

2. Ik wens u meer en meer Gods genade, vrede en liefde toe.

3. Vrienden, ik was al begonnen u te schrijven over de bevrijding die wij allemaal hebben ervaren, maar nu zie ik mij genoodzaakt eerst over iets anders te beginnen. Ik roep u op te strijden voor het geloof dat God gegeven heeft aan wie Hem toebehoren.

4. Ik zeg dit omdat er onbetrouwbare mensen zijn binnengedrongen die beweren dat wij er maar op los kunnen leven. Volgens hen is Gods genade zo groot dat Hij alles door de vingers ziet. Het staat allang vast dat mensen die dit zeggen en toepassen, daarvoor veroordeeld zullen worden. Zij weigeren Jezus Christus als Leider en Heer van hun leven te erkennen.

5. U weet het allemaal al, maar ik wil u er toch nog eens aan herinneren dat God zijn hele volk uit het land Egypte heeft bevrijd, maar de mensen die Hem niet vertrouwden, heeft Hij gedood.

6. Hij heeft engelen die hun oorspronkelijke positie ontrouw werden en de hun toegewezen plaats verlieten, gevangen gezet in de eeuwige duisternis, daar houdt Hij hen vast tot de grote dag van het oordeel.

7. En denk eens aan Sodom en Gomorra en de steden daar in de buurt. Hun inwoners werden ook ontrouw en gingen zich aan allerlei onnatuurlijke praktijken te buiten. De steden en hun inwoners, die gestraft zijn met altijd durend vuur, liggen daar als een blijvende waarschuwing voor ons.

8. Maar de mensen over wie ik net sprak, trekken zich daar niets van aan. Zij laten hun fantasie de vrije loop en doen schandalige dingen met hun lichaam. Zij aanvaarden geen enkel gezag en spotten met de hemelse machten.

9. Wat een verschil met Michaël, een van de voornaamste engelen! Toen die met de duivel streed om het lichaam van Mozes, durfde hij de duivel niet te veroordelen of te beledigen. Hij zei alleen: ‘De Here zal je straffen.’

10. Maar deze mannen spotten met alles wat zij niet kennen. Zij doen precies waar ze zin in hebben, net als dieren die hun instinct volgen, en gaan daaraan dan ook ten gronde.

11. Het ziet er heel slecht voor hen uit. Zij volgen het voorbeeld van Kaïn, die zijn broer vermoordde. Zij zijn net als Bileam, die zich voor geld overgaf aan bedrog. Zij gaan Korach achterna, die tegen God in opstand kwam en dat met de dood moest bekopen.