Het Boek

Jozua 4:1-5 Het Boek (HTB)

1. Nadat het hele volk aan de overkant van de Jordaan was aangekomen, zei de Here tegen Jozua:

2-3. ‘Laten de twaalf mannen die werden gekozen voor een speciale opdracht—uit elke stam één—ieder een steen opnemen van de plaats waar de priesters in het midden van de Jordaan staan. Zij moeten die stenen op de oever brengen en opstapelen als een gedenkteken op de plaats waar u vannacht uw kamp opslaat.’

4. Jozua riep de twaalf mannen bij zich

5. en zei: ‘Ga naar het midden van de Jordaan waar de ark van de Here is. Ieder van u moet daar een steen op zijn schouder nemen en op de oever brengen, twaalf stenen in totaal, één voor elk van de twaalf stammen.