Het Boek

Jozua 3:1-12 Het Boek (HTB)

1. De volgende morgen in alle vroegte, verlieten Jozua en het hele volk Sittim. Diezelfde avond bereikten zij de oever van de Jordaan, waar zij enige dagen hun kamp opsloegen alvorens over te steken.

2-4. Op de derde dag gingen enkele aanvoerders het kamp door en gaven de volgende instructies: ‘Wanneer u de Levitische priesters de ark van het verbond met de Here, uw God, ziet dragen, volg hen dan. Waar wij heengaan, bent u nog nooit geweest, daarom zullen zij u de weg wijzen. Blijf echter ongeveer een kilometer achter hen, met een duidelijke ruimte tussen de ark en u, zorg ervoor dat u niet dichterbij komt.’

5. Toen droeg Jozua iedereen op zich te heiligen. ‘Morgen,’ zei hij, ‘zal de Here een groot wonder verrichten.’

6. De volgende ochtend gaf Jozua de priesters de opdracht: ‘Neem de ark op en leid ons over de rivier!’ En zo gingen zij vóór het volk uit.

7. ‘Vandaag,’ zei de Here tegen Jozua, ‘zal Ik u grote eer geven, zodat heel Israël weet dat Ik net zo met u ben als Ik met Mozes was.

8. Geef de priesters die de ark dragen, opdracht dat zij in het water gaan staan zodra ze bij de oever van de Jordaan zijn aangekomen.’

9. Jozua riep het volk bijeen en zei: ‘Kom hier en luister naar wat de Here, uw God, heeft gezegd.

10. Vandaag zal het u duidelijk worden dat de levende God in uw midden is en dat Hij vast en zeker de Kanaänieten, Hethieten, Chiwwieten, Perizzieten, Girgasieten, Amorieten en Jebusieten zal verdrijven.

11. Want de ark van het verbond van God, die de Here van de hele aarde is, zal u over de rivier leiden!

12. Kies nu twaalf mannen, één uit elke stam, voor een speciale opdracht.