Het Boek

Jozua 10:30-43 Het Boek (HTB)

30. Ook daar gaf de Here hun de stad en haar koning in handen. De bevolking werd tot de laatste man gedood net als in Jericho.

31. Van Libna ging Jozua naar Lachis om ook die stad aan te vallen.

32. Op de tweede dag schonk de Here hun de overwinning over Lachis en ook hier werd de hele bevolking gedood, net als in Libna.

33. Tijdens de aanval op Lachis kwam koning Horam van Gezer met zijn leger om de stad te helpen. Jozua's mannen maakten echter korte metten met hem en zijn leger en doodden iedereen.

34-35. Daarna nam het Israëlitische leger in één dag de stad Eglon in en doodde de hele bevolking, net zoals in Lachis was gebeurd.

36. Na met Eglon te hebben afgerekend, trokken zij naar Hebron,

37. namen de stad en de haar omringende dorpen in en doodden ook daar de hele bevolking. Niemand werd in leven gelaten.

38. Vervolgens keerden zij om naar Debir.

39. Deze stad veroverden zij snel, evenals de dorpen in de omgeving. Ook hier werd iedereen gedood.

40. Zo onderwierp Jozua met zijn leger het hele land, het bergland, de Negev, de laagvlakte en de uitlopers van het gebergte, met al hun vorsten. Zij doodden iedereen in het land, precies zoals de Here, de God van Israël, had opgedragen.

41. Jozua behaalde overwinningen van Kades-Barnea tot Gaza en van Gosen tot Gibeon.

42. Alles werd in één veldtocht veroverd, omdat de Here, de God van Israël, voor zijn volk streed.

43. Na afloop keerden Jozua en zijn leger terug naar hun kamp bij Gilgal.