Het Boek

Johannes 8:33-42 Het Boek (HTB)

33. ‘Wij zijn nooit slaven geweest,’ zeiden zij. ‘Wij stammen af van Abraham. Hoe kunt u dan zeggen dat wij bevrijd moeten worden?’

34. ‘Vergis u niet,’ antwoordde Jezus. ‘Ieder die zondigt, is een slaaf van de zonde.

35. Een slaaf heeft geen blijvende plaats in het huis, maar een zoon wel.

36. Als u door de Zoon van God wordt bevrijd, zult u werkelijk vrij zijn.

37. Ik weet heel goed dat u van Abraham afstamt. Toch probeert u Mij te doden, omdat mijn boodschap niet tot uw hart doordringt.

38. Ik vertel wat Ik bij mijn Vader gezien heb en u doet wat u van uw vader hebt gehoord.’

39. ‘Abraham is onze vader,’ zeiden zij. ‘Als u kinderen van Abraham bent,’ antwoordde Jezus, ‘volg dan zijn goede voorbeeld.

40. Maar in plaats daarvan probeert u Mij te doden. Ik heb u nog wel de waarheid verteld, die Ik van God gehoord heb. Zoiets zou Abraham nooit doen.

41. U doet precies hetzelfde als uw echte vader.’ ‘Wij zijn niet uit ontucht geboren!’ protesteerden zij. ‘Niemand anders dan God is onze Vader.’

42. Jezus zei: ‘Als God uw Vader was, zou u van Mij houden. Want Ik ben van God uit naar u toegekomen. Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar God heeft Mij gestuurd.