38. Wat de Vader zegt, bereikt u niet werkelijk. Want u gelooft Mij niet, hoewel Ik door Hem gestuurd ben.
39. U leest in de boeken van Mozes en de profeten omdat u denkt daarin eeuwig leven te vinden. Al die boeken getuigen over Mij.
40. En toch wilt u niet bij Mij komen om eeuwig leven te vinden.
41. Eer van mensen vind Ik niet belangrijk,
42. omdat Ik weet hoe u bent: u hebt de liefde van God niet in u.
43. Ik ben gekomen om mijn Vader te vertegenwoordigen en u ontvangt Mij niet. Maar wie uit zichzelf komt, zult u wel ontvangen.