Het Boek

Johannes 21:6-15 Het Boek (HTB)

6. ‘Gooi het net uit aan de rechterkant van de boot,’ riep Hij. ‘Dan hebben jullie meer resultaat.’ Dat deden zij. En zij vingen zoveel vis dat ze het net niet eens aan boord konden krijgen.

7. De leerling die Jezus' beste vriend was, zei tegen Petrus: ‘Het is de Here.’ Toen Simon Petrus dat hoorde, deed hij zijn bovenkleed aan, trok het omhoog tussen zijn riem en sprong in het water.

8. De anderen kwamen met de boot en sleepten het volle net mee. Zij waren maar honderd meter van de kant af.

9. Toen zij aan wal stapten, zagen ze een houtskoolvuur met vis erop en brood.

10. ‘Haal eens een paar van de vissen die jullie hebben gevangen,’ zei Jezus.

11. Simon Petrus ging weer aan boord en trok het volle net op de oever. Er zaten honderddrieënvijftig vissen in en toch was het net niet gescheurd.

12. ‘Kom,’ zei Jezus. ‘Laten wij gaan eten.’ Geen van de leerlingen durfde te vragen wie Hij was. Ze begrepen nu wel dat het de Here was.

13. Jezus gaf hun brood en vis.

14. Na zijn terugkeer uit de dood was dit de derde keer dat Jezus aan zijn leerlingen verscheen.

15. Toen zij gegeten hadden, vroeg Jezus aan Simon Petrus: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van Mij? Meer dan de anderen?’ ‘Ja, Here. U weet dat ik van U houd,’ zei Petrus. ‘Zorg dan voor mijn lammeren,’ was Jezus' antwoord.