Het Boek

Johannes 18:1-6 Het Boek (HTB)

1. Na deze woorden ging Jezus met zijn leerlingen een tuin in aan de overkant van het Kidrondal.

2. Ook Judas, zijn verrader, kende deze plek, want Jezus was daar vaker geweest met zijn leerlingen.

3. Judas had van de leidende priesters en Farizeeën een troep soldaten en tempeldienaars meegekregen en met hen ging hij naar de tuin. Zij hadden fakkels, lantaarns en wapens bij zich.

4. Jezus wist wat Hem zou overkomen. Hij liep hun tegemoet en vroeg: ‘Wie zoekt u?’

5. ‘Jezus van Nazareth,’ antwoordden zij. ‘Ik ben het,’ zei Hij, terwijl Judas, die Hem uitleverde, erbij stond.

6. Bij het horen van de woorden ‘Ik ben het’ deinsden ze terug en vielen op de grond.