Het Boek

Johannes 12:7-14 Het Boek (HTB)

7. ‘Laat haar toch begaan,’ zei Jezus. ‘Zij heeft dit gedaan als voorbereiding op mijn begrafenis.

8. Er zullen altijd arme mensen zijn, maar Ik zal niet lang meer bij jullie blijven.’

9. Veel Joden hadden gehoord dat Jezus in Bethanië was en gingen er ook heen. Zij wilden niet alleen Jezus Zelf zien, maar ook Lazarus die door Hem uit de dood tot leven was gebracht.

10. Van toen af aan waren de leidende priesters van mening dat ook Lazarus uit de weg geruimd moest worden.

11. Want door wat er met hem gebeurd was, gingen veel Joden in Jezus geloven.

12. De volgende morgen hoorde men dat Jezus op weg was naar Jeruzalem. Het nieuws ging door de stad. De grote menigte mensen die voor Pesach, het Joodse Paasfeest, gekomen was,

13. liep de stad uit Hem tegemoet. Zij hadden palmtakken in de hand en juichten uitbundig: ‘Alle eer is voor God! Gezegend is Hij die komt in naam van de Here! De koning van Israël!’

14. Jezus zag een ezel staan en ging erop zitten. Daarmee werden de woorden van de profeet Zacharia werkelijkheid: