Het Boek

Johannes 12:33-42 Het Boek (HTB)

33. Daarmee bedoelde Hij dat Hij aan het kruis zou sterven.

34. De mensen antwoordden: ‘Er staat in de Boeken dat de Christus altijd zal blijven leven. Waarom zegt U dan dat U, de Mensenzoon, van de aarde omhooggeheven zult worden? Wat is dat, die Mensenzoon?’

35. ‘Het licht zal niet lang meer bij u zijn,’ antwoordde Jezus. ‘Loop in het licht zolang het kan. Want als de duisternis u overvalt, ziet u de weg niet meer.

36. Vertrouw op het licht, zolang u het licht hebt. Dan zult u kinderen van het licht zijn.’ Daarna trok Hij Zich terug en verborg Zich voor hen.

37. Ondanks de vele wonderen die Hij voor hun ogen had gedaan, geloofden de meeste mensen niet dat Hij de Christus was.

38. Op hen waren de woorden van de profeet Jesaja van toepassing: ‘Here, wie heeft geloofd wat wij vertelden? Aan wie heeft U uw macht geopenbaard?’

39. Jesaja heeft geschreven dat zij niet konden geloven.

40. ‘God heeft hun ogen blind en hun hart ongevoelig gemaakt. Hij wilde niet dat zij inzicht en begrip zouden krijgen. Anders zouden zij naar Hem terugkeren en Hij hen genezen.’

41. Jesaja schreef hier over Jezus, want hij had zijn schitterende heerlijkheid gezien.

42. Toch waren er heel wat vooraanstaande Joden die wel geloofden dat Jezus de Christus was. Maar zij durfden er niet voor uit te komen, omdat zij bang waren dat de Farizeeën hen uit de synagoge zouden verjagen.