Het Boek

Job 4:9-21 Het Boek (HTB)

9. Door Gods adem worden zij uit dit leven weggevaagd.

10. Hoewel zij brullen als jonge leeuwen, zullen zij worden gebroken en vernietigd.

11. De leeuw komt om door gebrek aan prooi en de welpen van de leeuwin worden verspreid en verdwalen.

12. Er werd mij in het geheim iets toevertrouwd, als het ware in mijn oor gefluisterd.

13-14. Tussen onrustige dromen in de nacht, toen de mensen sliepen, vloog plotseling de angst mij naar de keel en ik beefde over mijn hele lichaam.

15. Een adem streek langs mijn gezicht, de wind deed mij huiveren.

16. Hij stond stil, maar ik kon hem niet goed zien en ik hoorde een gedempte stem zeggen:

17. “Is een gewone sterveling rechtvaardiger dan God? Reiner dan zijn Schepper?”

18-19. Als God niet eens zijn eigen boodschappers kan vertrouwen en zelfs engelen fouten maken, zou Hij dat dan wel kunnen bij stoffelijke wezens, die in lemen hutten wonen en nog gemakkelijker dan motten kunnen worden doodgedrukt?

20. 's Morgens leven zij, maar 's avonds zijn zij al dood. Voor altijd verdwenen, zonder dat ook maar iemand een gedachte aan hen schenkt.

21. Hun levensdraad wordt doorgeknipt en zij sterven zonder iets bij het leven gewonnen te hebben.’