Het Boek

Job 39:10-21 Het Boek (HTB)

10. Want zij lachen om het lawaai van de stad en het geschreeuw van drijvers.

11. De bergweiden zijn hun grasland, daar zoeken zij naar groene blaadjes.

12. Zal de wilde stier u willen dienen? Zal hij 's nachts bij uw voerbak blijven staan?

13. Kunt u de stier voor het ploegen gebruiken? Zal hij de eg voor u trekken?

14. Zult u op hem vertrouwen omdat hij zo sterk is? Zult u hem zelf laten uitmaken waar hij werkt?

15. Kunt u hem gebruiken om uw graan binnen te brengen naar de dorsvloer?

16. De struisvogel klapt vrolijk met haar vleugels, maar met haar slagpennen en veren is zij nog geen ooievaar.

17. Zij legt haar eieren op de grond en laat ze warm worden in het zand.

18. Ze vergeet daarbij dat iemand ze kan kapottrappen of dat de wilde dieren ze kunnen vernielen.

19. Zij behandelt haar jongen hard alsof ze helemaal niet van haar zijn, zij vindt het niet erg ze te dragen en de eieren te leggen,

20. want God heeft haar geen wijsheid of gezond verstand gegeven!

21. Maar als zij opspringt om weg te rennen, verslaat zij het snelste paard met zijn berijder!