33. Kent u de wetten van het heelal en kunt u bepalen welke invloed zij op de aarde uitoefenen?
34. Kunt u tot de wolken roepen en ervoor zorgen dat u doordrenkt wordt met regen?
35. Kunt u de bliksem tevoorschijn roepen, die u dan vraagt: “Waar moet ik inslaan”?
36. Wie heeft wijsheid gelegd in de wolken en aan de regen inzicht gegeven?
37-38. Wie is wijs genoeg om de wolken te tellen en ze als waterkruiken uit te gieten, zodat het stof op de aarde tot harde klei wordt?’