Het Boek

Job 36:26-33 Het Boek (HTB)

26. God is zo groot dat wij ons van Hem geen voorstelling kunnen maken. Niemand kan een begrip als “eeuwigheid” bevatten.

27. Hij vangt de waterdruppels op en zeeft ze als regen uit de damp.

28. Zo valt de regen uit de wolken naar beneden op de mensheid.

29. Wie begrijpt iets van de wolkenformaties en van de donderslagen die er doorheen dreunen?

30. Kijk eens hoe Hij het licht om Zich heen verspreidt en hoe Hij een deken legt over de diepten van de oceanen.

31. Zo oordeelt Hij over de volken, zo geeft Hij de mensen voedsel in overvloed.

32. In zijn handen houdt Hij de bliksemschichten en op bevel stuurt Hij elk ervan naar een bepaald doel.

33. In de donder voelen wij zijn aanwezigheid naderen. Hij strijdt tegen het onrecht.’