Het Boek

Job 27:1-11 Het Boek (HTB)

1. En Job vervolgde:

2. ‘Ik zweer bij de levende God, die mij mijn rechten ontnam, ik zweer bij de Almachtige God, die mij zoveel verdriet heeft aangedaan:

3. dat zolang ik leef door de adem van God,

4. mijn lippen geen goddeloze dingen zullen zeggen en mijn tong niet zal liegen.

5. Ik zal mij nooit, maar dan ook nooit, neerleggen bij jullie mening, tot mijn dood zal ik aan mijn onschuld blijven vasthouden.

6. Ik ben geen zondaar en zal mijn rechtvaardigheid handhaven. Mijn geweten zal mij niet aanklagen zolang ik leef.

7. Degenen die iets anders zeggen, zijn mijn goddeloze vijanden. Dat zijn slechte mannen.

8. Want welke hoop heeft de goddeloze als God hem afsnijdt en hem zijn leven afneemt?

9. Zal God naar zijn hulpgeroep luisteren als hij in moeilijkheden komt?

10. En zal hij blij zijn met de Almachtige en Hem altijd aanroepen?

11. Ik zal jullie iets leren over Gods doen en laten met de mens.