Het Boek

Job 22:1-15-16 Het Boek (HTB)

1. Elifaz sprak voor de derde maal tegen Job:

2. ‘Kan een gewone sterveling God van dienst zijn? Zelfs de meest wijze mens kan dat niet.

3. Doet het de Almachtige ook maar enig plezier als jij rechtvaardig bent? Maakt het Hem iets uit of jij zonder zonden bent?

4. Straft Hij je soms omdat je zo gelovig bent?

5. Natuurlijk niet! Hij doet dat omdat je zo slecht bent! Je zonden zijn onmetelijk!

6. Je moet bijvoorbeeld ten onrechte een onderpand hebben geëist van noodlijdende vrienden, ja, je moet mensen letterlijk en figuurlijk hebben uitgekleed.

7. Je moet de dorstigen water en de hongerigen brood hebben geweigerd,

8. terwijl je een vooraanstaand man was, een geëerd landeigenaar!

9. Je stuurde weduwen weg zonder hen te helpen en hebt wezen van hun rechten beroofd.

10-11. Daarom ben je nu omringd door valstrikken en word je geplaagd door onverwachte gevaren, duisternis en aanstormende rampen.

12. God is zo machtig, Hij woont hoger dan de hemelen, hoger dan de sterren.

13. Maar dan zeg jij: “Daarom kan Hij niet zien wat ik doe. Hoe kan Hij door de dikke duisternis heen iets beoordelen?

14. Want Hij is omringd door zware wolken, zodat Hij ons niet kan zien. Hij is ver boven ons verheven en wandelt door de hemelse zalen.”

15-16. Besef je niet dat degenen die de oude paden van de zonde bewandelen, in hun jeugd worden weggerukt en dat het fundament van hun leven wordt weggespoeld?