Het Boek

Jesaja 40:10-21 Het Boek (HTB)

10. Ja, de Here God komt met macht, Hij zal met strakke hand regeren. Kijk, Hij heeft zijn beloning bij Zich en zijn vergelding gaat voor Hem uit.

11. Als een herder zal Hij zijn kudde weiden: Hij zal de lammeren in zijn armen dragen en de ooien voorzichtig leiden.

12. Wie hield de oceanen in zijn hand en grensde de hemel af tussen duim en pink? Wie kent het gewicht van de aarde en weegt de heuvels en de bergen?

13. Wie adviseert de Geest van de Here, leert Hem iets of geeft Hem raad?

14. Heeft Hij ooit iemands raad nodig gehad? Moet Hem worden gezegd wat goed of beter is?

15. Nee, want alle volken van de aarde zijn niets vergeleken bij Hem, zij zijn slechts een druppel in een emmer, een stofje op een weegschaal, de eilanden wegen niet meer dan een korreltje zand.

16. De wouden van de Libanon kunnen niet genoeg brandstof leveren voor een offer dat groot genoeg is om Hem te eren. En ook de dieren van de Libanon zijn niet genoeg om aan onze God te offeren.

17. Volken betekenen niets voor Hem, in zijn ogen zijn zij minder dan niets.

18. Hoe kunnen wij God beschrijven? Waarmee kunnen wij Hem vergelijken?

19. Met een afgodsbeeld? Een gegoten beeld, overtrokken met goud en met zilveren kettingen om zijn hals?

20. Een man die te arm is om zo'n dure god te kopen, zal een boom opzoeken die niet verrot en daarna iemand huren die er een gezicht in uithakt. En dat is dan zijn god, een god die zelfs niet kan bewegen!

21. Weet u het niet? Bent u doof voor de woorden van God, de woorden die Hij uitsprak voordat de geschiedenis van de wereld begon? Hebt u het nooit gehoord en begrepen?