Het Boek

Jesaja 39:1-3 Het Boek (HTB)

1. Korte tijd later stuurde Merodach-Baladan, de zoon van Baladan en koning van Babel, Hizkia een geschenk en zijn beste wensen, want hij had gehoord dat Hizkia van een zware ziekte was genezen.

2. Hizkia stelde dit gebaar erg op prijs en leidde de afgezanten uit Babel rond in het paleis. Hij liet hen zijn schatkamers zien, die gevuld waren met zilver, goud, specerijen en parfums. Ook zijn wapenvoorraad en al zijn andere schatten liet hij zien.

3. Toen kwam de profeet Jesaja bij de koning en vroeg: ‘Wat hebben die mannen gezegd? Waar komen zij vandaan?’ ‘Zij komen uit het verre Babel,’ gaf Hizkia als antwoord.